Goed voer maken blijft geheim van de kok
Voerfabrieken laten steeds vaker ‘onder de motorkap’ kijken
Diervoederfabrieken zijn opvallende gebouwen. Wat er in die omsloten omgeving allemaal gebeurt om goed verteerbaar voer door het maag-darmkanaal van gezonde dieren te krijgen, blijft vaak ongewis. Toch treden veevoerproducenten steeds vaker naar buiten met hun vakmanschap en beroepstrots. Ook om zich te onderscheiden.
De ene varkensvoerfabriek is de andere niet. Dat geldt onder meer voor de gebruikte technieken en technologieën om voeders te maken. Voortschrijdende kennis van het bereidingsproces en de werkelijke voederwaardering van de grondstoffen voor het dier zijn cruciaal voor de productieresultaten op het varkensbedrijf. De keuze in de kwaliteit van grondstoffen en toevoegmiddelen speelt ook een belangrijke rol bij wat in de voersilo op het boerenerf terechtkomt. Dat geldt ook voor de stuurmanskunst van procesoperators en het samenspel tussen nutritie, buitendienst en productieleider. Dit teamwork en het vakmanschap zijn bepalend voor de toegevoegde waarde van de geproduceerde voeders voor de veehouder. Wegers, mengers, hamermolens, walsenstoelen en perslijnen behoren tot de standaard technieken in voerfabrieken. Apparatuur om in drie stappen granen grondig te schonen van verontreinigingen en mycotoxinen zoals bij Fransen Gerrits, is niet standaard. Zo’n extra handeling is niet direct terug te zien in de voerkorrels of -kruimels. In de varkensstal is die kwaliteitsimpuls wel waar te nemen als je de signalen van de dieren goed oppikt. Hetzelfde geldt voor het met vezelfracties kunnen sturen van de gezondheid van de maag en darmen. Toekomstgerichte diervoerproducenten onderscheiden zich met constante en voorspelbare kwaliteit en leveren van maatwerk op het boerenerf. Net als varkenshouders willen ze het optimale uit hun productielocatie halen. Ze beheersen de details van het productieproces. Verzamelen data van de verschillende processtappen en weten aan welke knoppen ze moeten draaien bij veranderende omstandigheden. Zo kan dezelfde eindkwaliteit worden behaald en de productielat stapje voor stapje hoger worden gelegd. Dat straalt af op de varkensbedrijven. Kijken in de voerkeuken is mooi, maar goed varkensvoer maken is en blijft het geheim van de kok.
Multiprocessing stelt ons in staat secuur te sturen op de fitheid en prestaties van zeugen, biggen en vleesvarkens
‘Kennis van varkensvoer zit in onze genen. We mogen best meer communiceren over wat we in onze fabrieken doen om te sturen op de dierprestaties in de stal. Dat wordt niet alleen beïnvloed door de keuze van grondstoffen, maar ook door het productieproces en onze kwaliteitseisen. Met het in drie stappen schonen, verhogen we de kwaliteit van granen. Eiwitrijke grondstoffen malen we fijn zodat die stikstofbron optimaal beschikbaar komt voor het verteringsapparaat van het varken. Vezelrijke grondstoffen gaan voor een deel over de walsenstoel om een juiste verdeling van de deeltjesgrootte te kunnen krijgen. Afhankelijk van de diercategorie sturen we met structuur op de maag- en darmgezondheid van zeugen, biggen en vleesvarkens. Gaat de gewenste mix de perslijn in, dan kunnen we met de temperatuur en stoom de kwaliteit beïnvloeden. Met multiprocessing is de gewenste korrelhardheid en een slijtvastheid van 95 procent te krijgen.’
Leveranciers maken het verschil door voeders af te stemmen op het bedrijf. En door samenspel met de varkensarts
‘Als varkensarts hoef ik niet per se op de hoogte te zijn van de voersamenstelling. Het draait niet alleen om het recept, maar om het bereiken van het doel waarvoor het voer wordt ingezet. Zo is er aandacht voor vezels omdat die een gunstige invloed hebben op de gezondheid van maag en darmen. Daarnaast dragen gewalste vezelrijke producten in het varkensvoer bij aan het verhogen het dierenwelzijn naast andere afleidingsmaterialen. Een goede vezelbasis is een blijvertje. Bij voeraanpassingen denk ik graag mee omdat ik na een tussenperiode als bedrijfsadviseur en nutritionist de voerwereld van binnen uit heb leren kennen. Samen met de voerleverancier kunnen we gezondheidsproblemen voorkomen of zinvolle oplossingen vinden voor de klant. Er is veel overlap tussen voeding en veterinaire zaken en je hebt elkaar nodig om het beste resultaat voor de varkenshouder te krijgen. Het totaalplaatje moet kloppen, al zijn er keukengeheimen.’
Fabrikanten die procesoperators bij FDL kennis laten aanscherpen, zijn goed bezig met hun vak, personeel en dieren
‘Afgelopen decennia hebben zich flinke veranderingen voorgedaan bij het produceren van varkensvoeders. Met name bij ordergestuurde productie. Waar vroeger batches van 200 tot 300 ton voer gemaakt werden, komt het nu voor dat batches van twee ton en veelvouden hiervan worden gemaakt. Iedere boer zijn eigen voer. De kunst is om met nieuwe technieken en voortschrijdende technologie het uitgebalanceerde recept van de nutritionist om te zetten in de korrels waarop de varkens voorspelbaar presteren. Dat is samenspel en vergt vakmanschap van de procesoperators. Gebruik je te weinig en bovendien ook nog natte stoom, dan heeft dat een negatief effect op de voerkwaliteit en ben je niet duurzaam bezig. Bewust bekwame operators zitten daar bovenop, ze kennen de knoppen en weten hoe ze daaraan moeten draaien. Investeren in het opdoen van vakkennis bij Feed Design Lab betaalt zich uit in een betere, meer constante voerkwaliteit.’