Handvatten om bigoverleving te verbeteren
Inzetten op het verminderen van doodgeboren biggen en het verminderen van de uitval van levendgeboren biggen is voor de varkenssector van groot belang, zowel op maatschappelijk als economisch vlak. De QuickScan Biestmanagement en BIGinzicht helpen hierbij. Varkensarts John van der Wielen: “Je kunt met de uitslagen gerichter aan de slag, het probleem wordt getrechterd.”
Op diverse bedrijven is de QuickScan Biestmanagement en BIGinzicht ingezet. In overleg met praktijkdierenartsen en voerleveranciers zijn deelnemers geselecteerd. Sanne Hermans, werkzaam bij voerleverancier Fransen Gerrits, en varkensarts John van der Wielen zijn betrokken bij de pilot. Beiden vinden het fijn dat je met de uitslag gericht aan de slag kunt.
“Er bestaan veel mogelijke oorzaken van verhoogde uitval of sterfte van biggen, door het doen van één van deze onderzoeken krijg je een richting waar het probleem zich bevindt. En waar je dus interventies kunt toepassen. Je hebt een betere probleemdefinitie en kunt dus gerichter onderzoek doen om tot de juiste interventies te komen.”
Testen in de praktijk
Voordatnieuw onderzoek voor de praktijk beschikbaar komt, is het belangrijk om het te testen in de praktijk. Sanne en John hebben bedrijven aangedragen waar doodgeboren biggen een probleem waren. Sanne: “Zo waren er bedrijven bij met tot wel twee doodgeboren biggen per toom, waarbij het frustrerende is dat het vaak om kwalitatief goede biggen gaat die niet levend ter wereld komen. We hebben met GD besproken of de onderzoeken hier konden worden ingezet.” Ook John komt op bedrijven waar bigvitaliteit soms een probleem is. “Elke varkenshouder wil zo min mogelijk doodgeboren biggen en een goede opstart van de biggen. Door inzicht te krijgen in waar in het traject de problemen ontstaan, kun je gericht verder onderzoek doen.”
BIGinzicht
Door te achterhalen waar in het proces van dracht tot geboorte een big sterft (meerdere dagen voor, vlak voor, tijdens of kort na de geboorte), kunnen we kijken welke gerichte managementaanpassingen het aantal doodgeboren biggen op het bedrijf terug kunnen dringen. Dit kan variëren van bijvoorbeeld voeding tijdens de dracht, het optimaliseren van het werpproces of het verbeteren van zorg na de geboorte. Het is van belang te weten wanneer de doodgeboren biggen gestorven zijn. Elk moment vraagt om een andere aanpak.
Behalve het moment van uitval is het ook belangrijk om de mate van rijpheid van de doodgeboren biggen te bepalen: waren de biggen voldoende ontwikkeld om levensvatbaar te zijn?
Als je weet dat het probleem al voor de geboorte op is getreden, kun je daarop ingrijpen en een oplossing zoeken
Al voor geboorte gestorven
“Op een van de bedrijven uit de pilot kwamen we erachter dat de biggen al enkele dagen voor de geboorte waren gestorven, terwijl wij dachten dat er in het werpproces iets verkeerd ging. Als je weet dat het probleem al voor de geboorte op is getreden, kun je daarop ingrijpen en een oplossing zoeken. In dit geval was het helemaal niet nodig om in het werpproces in te grijpen, maar hebben we gefocust op de laatste twee weken van de dracht. En bij een ander bedrijf hebben we nu aanpassingen in het stalklimaat gemaakt om het probleem hopelijk op te lossen”, vertelt John.
Sanne vult aan: “Je krijgt concrete informatie en cijfers. Met het rapport kun je om de tafel met de dierenarts en varkenshouder. Doordat je inzicht hebt in waar in het proces problemen zich voordoen, kun je op dat specifieke onderdeel focussen. Op een bedrijf zagen we bij de QuickScan Biestmanagement dat de kwaliteit van de biest goed was, maar dat er bij sommige tomen tussen de biggen veel spreiding zat in IgG-waardes, dit gaf aanleiding om nog eens kritisch naar het management rondom het werpen te kijken.”
Gezonde start
Een gezonde start is essentieel voor vitale biggen. Om gezond op te groeien moet een big zo snel mogelijk na de geboorte biest drinken. Gemiddeld doet een big er een half uur tot een uur over om zijn eerste slokken biest binnen te krijgen. Op dat moment is de voorraad energie waarmee hij geboren is al ver uitgeput. Voor een goede bigoverleving is de biestopname belangrijk, maar ook de melkinname de dagen erna. Krijgt een big een plek aan de uier en zo voldoende melk binnen om zich goed te ontwikkelen? Of is de start goed, maar ontstaan er later problemen? Om dat te weten te komen, kan de QuickScan Biestmanagement worden ingezet. Ook deze is getest op diverse bedrijven. Sanne: “Ook ons bedrijf is bezig met bigvitaliteit, bijvoorbeeld met het Vito-programma. Hoe krijg je een bepaald toomgewicht en een zo zwaar mogelijk speengewicht? Hoe sturen we op uniformiteit en kwaliteit van de volgende toom? Hoe zorg je voor betere zuurstofvoorziening van de zeug, maar ook een betere zuurstofvoorziening van de biggen tijdens het werpproces en hoe verkort je dit? Alles gericht om uiteindelijk de bigvitaliteit te verbeteren. De QuickScan Biestmaangement past dus binnen onze uitgangspunten. Hiermee kijk je naar de biest, de biestopname en de energieopname van de biggen. Zijn er voldoende antistoffen in de biest van de zeug aanwezig? Hoe staat het met het biestmanagement en dus de biestopname? Je ziet bijvoorbeeld regelmatig verschil tussen de eerst- en laatstgeboren big. Aan de hand van de resultaten en het dashboard krijg je inzicht en kun je inspelen op problemen en eventuele aanpassingen in gang zetten. Dit zijn vaak adviezen die op korte termijn toepasbaar zijn”
Inzetten onderzoeken
Het inzetten van de QuickScan Biestmanagement is wat arbeidsintensiever dan het inzetten van BIGinzicht. Zo moet er binnen vier uur na de geboorte van de eerste big biest van de zeug verzameld worden en twee tot drie dagen na de geboorte bloed afgenomen worden van vijf biggen per toom waarvan biest van de zeug verzameld is. John: “Voor BIGinzicht verzamel je de doodgeboren biggen en deze verzend je in speciale zakken.
Er zit een duidelijke instructie bij, waardoor je BIGinzicht makkelijk kunt inzetten. Ik adviseer het uitvoeren van de QuickScan vooral bij bedrijven als er niet duidelijk signalen zijn dat de opstart en melkgift van de zeugen niet op orde is, maar er toch veel biggen terug- dan wel uitvallen in de kraamstal. Er kunnen zoveel problemen spelen, je weet soms niet waar te beginnen. Je krijgt heldere rapportages. Met BIGinzicht en QuickScan Biestmanagement krijg je een goede richting waar het probleem speelt en kunnen we het samen verbeteren.” Sanne: “Bedrijven doen het al heel goed en willen vaak nog beter presteren. Met de gegevens van deze onderzoeken heb je ook data en concrete informatie. Het geeft een boost om met de resultaten aan de slag te gaan en deze te kunnen verbeteren. Je hebt als het ware een paar extra ogen die met je meekijken om een probleem op te lossen.”
BIGinzicht
Wanneer zijn de biggen gestorven: meerdere dagen voor de geboorte, vlak voor of tijdens de geboorte, of vlak erna? Het moment van sterven geeft duidelijke aanwijzingen over de oorzaken. Ook is het, om de juiste aanpak te bepalen, belangrijk om de mate van ‘rijpheid’ van de biggen te weten. Waren ze voldoende ontwikkeld om levensvatbaar te kunnen zijn? BIGinzicht van GD brengt dit allemaal voor u in kaart.
QuickScan Biestmanagement
Een gezonde start is essentieel voor vitale biggen. Om gezond op te groeien moeten biggen zo snel mogelijk na de geboorte gaan drinken. Deze eerste slokken biest zorgen er vooral voor dat ze niet verkleumd raken. Naast een belangrijke energiebron, is de biest ook de enige bron voor hun antistoffen (IgG). Vandaar de QuickScan Biestmanagement. Via biest- en bloedonderzoek krijgt u inzichten waar u direct mee aan de slag kunt. U kunt kiezen uit een pakket voor de bemonstering van 5 of 10 zeugen en hun biggen (5 biggen per zeug). Kijk voor meer informatie op www.gddiergezondheid.nl/quickscanbiestmanagement