Met wegen gerichter op behoefte voeren
Groei 70 gram verbeterd door wegen varkens
Op een sprintje stuiven 15 biggen door de centrale gang naar voren om vervolgens in de fuik voor de weegschaal te lopen. In groepjes van 5 laat René de Wit de biggen in de weegschaal en noteert het gewicht op een kladblaadje. Binnen een paar minuten hobbelen de dieren in een wat rustiger tempo weer terug richting hun hok.
Vijf jaar geleden leverden we ze in het zelfde aantal ligdagen op 92-93 kilo geslacht gewicht af, nu leveren we af op 97-98 kilo.
De Wit begon 5 jaar geleden met het wegen van de biggen, omdat het resultaat van zijn varkens achterbleef: "Ik zat op 775 tot 780 gram groei per dag, de 800 gram was maar niet vast te houden en ik kreeg er maar geen vinger achter waar in het groeitraject ze achterbleven." Omdat de aangeleverde biggen gezondheidstechnisch wat minder waren, zocht hij een andere fokker om biggen van af te nemen. "Dat gaf al verbetering in de jeugdgroei, zeker een tiental grammen. Om hun groeipotentie beter te benutten ben ik overgeschakeld op voer met een hogere energiewaarde en ook gestart met wegen. Je ziet precies wat ze doen, waardoor je beter kan sturen", legt De Wit uit. Elke twee weken maken een hok beren en een hok gelten uit de verschillende leeftijdsgroepen dit rondje door de stal. Inclusief het klaarzetten van de weegschaal is De Wit twee uur bezig. De gewichten stuurt hij door naar zijn adviseur, die zo nodig het voerschema erop aanpast. Die tijd is wel een minpuntje, maar weegt uiteindelijk niet op tegen de voordelen. De daggroei is gestegen naar 850 gram en door de combinatie genetica en voer is de voederconversie gedaald van 2,7 naar 2,5. "Snelle groeiers schakelen we niet eerder over van start- naar tussenfase. Die jeugdgroei vind ik juist belangrijk. Vijf jaar geleden leverden we ze in het zelfde aantal ligdagen op 92-93 kilo geslacht gewicht af, nu leveren we af op 97-98 kilo. Voerkosten per kilo groei zijn voor mij een belangrijk kengetal, dat zit nu rond de 62-63 cent."
Vleesvarkens wegen biedt inzicht in hun voerbenutting. Met weegresultaten is gerichter op behoefte te voeren, wat meer groei brengt en voerkosten verlaagt.
Met vleesvarkens is het streven om de dieren zo efficiënt mogelijk te voeren. Met de opleggewichten van de biggen en de aflevergewichten kan de groei van de dieren worden berekend. Bijsturen gebeurt vaak op het oog. Maar is het oog van de meester wel zo goed als de meester zelf denkt? Een eenvoudig instrument om duidelijk te maken wat vleesvarkens daadwerkelijk met hun voer doen, is de weegschaal. Dat kan in de vorm van een automatisch systeem in het hok, maar ook een eenvoudigere, verplaatsbare weegschaal biedt volop mogelijkheden om varkens te monitoren. Het wegen van varkens is een vaste waarde geworden in het Vleesvarkens Informatie Model (VIM) van Fransen Gerrits. Binnen dit groeimodel zijn op basis van genetica, sekse, voeropname en groeicapaciteit vier scenario's ontwikkeld waarmee de groei van vleesvarkens voorspeld kan worden. Deze voorspelling wordt gestaafd aan de hand van het wegen van varkens. "Het grote voordeel van het wegen zit 'm in het monitoren of de varkens daadwerkelijk zo efficiënt met hun voer omgaan als we denken. Inmiddels weegt ongeveer 20% van onze vleesvarkenshouders zijn dieren. In het begin om verbeteringen te behalen, maar de topbedrijven zijn nu vooral bezig met het finetunen van hun resultaten", legt Gijs Vinken, vleesvarkensspecialist bij Fransen Gerrits, uit. De weeggegevens worden aangevuld met analyses van de slachtresultaten.
Winst in jeugdgroei
In de drie jaar dat Fransen Gerrits nu met weegresultaten werkt, is duidelijk geworden dat er vooral in de eerste vier weken winst is te behalen. Zodra de jeugdgroei niet optimaal is, kan een varken in de rest van de groeiperiode zelf nog wel compenseren maar worden de gemiste kilo's nooit volledig goedgemaakt.
De weegresultaten worden ook gebruikt om bij fokbedrijven de biggenopfok te optimaliseren. Ook is duidelijk geworden dat biggen waarvoor in de opfok al veel aandacht is geweest met bijvoeren en gezondheid, in de startfase met een geconcentreerder voer makkelijker groeien. Wegen biedt ook voor de rest van de groeiperiode meer mogelijkheden om te sturen op het omschakelmoment naar de volgende fase. Door beter op behoefte te sturen, behalen de wegende varkenshouders gemiddeld 50 tot 70 gram groei per dag extra.
Meer kilo's per vleesvarkensplaats
Een hogere groei betekent dat een koppel vleesvarkens eerder aan hun eindgewicht zit, dus ook eerder naar de slacht kan. Hierdoor kunnen meer rondes gedraaid worden. Vanuit dat oogpunt heeft Fransen Gerrits de FG-coëfficiënt ontwikkeld, waarmee een varkenshouder kan vergelijken of hij meer of minder kilo's uit de stal haalt in vergelijking met collega's. Het gemiddelde cijfer van Agrovision is op 1 gesteld. Het gemiddelde van de Fransen Gerrits klanten ligt op 1,06, met een bandbreedte van 0,95 tot 1,23. Dit cijfer biedt inzicht of het interessant is varkens langer of juist wat korter aan te houden. Een hoog eindgewicht betekent niet per definitie het financieel optimale gewicht. Dat is van meer factoren afhankelijk, zoals een programma waarvoor de varkens gehouden worden.
Bijsturen op basis van gegevens
Door te wegen kan gerichter gevoerd worden. Op het voorbeeldbedrijf is het streven een groei van 925 gram per dag, waarbij de varkens na 108 ligdagen een aflevergewicht van 125 kilo behalen. Het streven is een voederconversie van 2,43. In werkelijkheid liggen de varkens 113 dagen, groeien 884 gram per dag en hebben een voederconversie van 2,57, wat veroorzaakt wordt door een te lage voeropname.
Met deze gegevens kan het rantsoen aangepast worden en kan gerichter op de behoefte van de varkens gevoerd worden. Door de dieren een geconcentreerder voer voor te zetten, verbeteren groei en voederconversie. Gemiddeld groeien de varkens 942 gram per dag, waardoor het aantal ligdagen terugloopt naar 106. De voederconversie zakt naar 2,37, wat uiteindelijk een verlaging van de voerkosten per kilo vlees oplevert van ca. 3,5 cent. Het verschil in voerkosten wordt beïnvloed door de grondstoffenmarkt en daarmee door de voerprijs.