Fysiek voerkennis delen biedt meerwaarde
Diervoederproducenten als Fransen Gerrits doen onderzoek naar innovaties bij het samenstellen en toepassen van varkensvoeders. Het delen van kennis en de band versterken met klanten kan bij uitstek via relatiedagen.
Op 17 en 18 mei hield Fransen Gerrits (FG) twee relatiedagen varkenshouderij voor klanten en hun medewerkers. In de coronaperiode was het live bijeenbrengen van die doelgroep en de medewerkers van FG onmogelijk, terwijl de ontwikkelingen op voergebied onverminderd zijn doorgegaan.
Nu het fysiek uitwisselen van kennis weer tot de mogelijkheden behoort, is de voerproducent met de hoofdlocatie in het Brabantse Erp er snel op ingesprongen. FG had de nodige ontwikkelingen te melden. Zo heeft het familiebedrijf de positie versterkt in het werkgebied Zuid-Nederland en Vlaanderen door de overnames van het Belgische Fierens Mengvoeders en Theeuwes Mengvoeders uit het Brabantse Ulicoten. Ook verdienen de klanten van Fransen Gerrits het om kennis en inzicht te hebben in de verschillende innovaties en voertoepassingen die voor extra rendement moeten zorgen.
Het programma van de twee meidagen was identiek: vier workshops verzorgd door experts uit FG-gelederen en een gezamenlijk culinair netwerkmoment. Twee workshops waren specifiek gericht op thema’s die spelen op vermeerderingsbedrijven. Jan van Haperen ging in op het produceren van droomtomen door zeugen steeds beter op hun behoefte te voeren in elke productiefase. Sanne Hermans en Michiel van Schaijk kwamen met op onderzoek gebaseerde praktische tips om de processen in de kraamstal en de biggenopfok steeds soepeler te laten verlopen. Dat deden ze met de aansprekende werktitel: op eigen poten.
Inzicht in de uiterst beweeglijke grondstoffenmarkt met hoge prijzen en hoe hierop in te spelen is voor met name vleesvarkenshouders interessant. Geert Wouters gaf daar zijn visie op. Met zijn bijdrage ‘Monitoren is scoren’ ging Gijs Vinken in op het belang van het verzamelen van de juiste data om de meest realistische voorspellingen te kunnen doen. Zeker onder de huidige marktomstandigheden draait alles om het voer zo efficiënt mogelijk om te zetten in varkensvlees. Vier experts delen in een notendop hun belangrijkste boodschap.
Jan van Haperen
hoofd nutritie
Fransen Gerrits
‘Zeugen bedrijven topsport. Daarbij draait het om hun voeding zo secuur mogelijk af te stemmen op hun behoefte.’
‘De uitdaging is om topsport bedrijvende zeugen steeds beter te voeren. In iedere fase van een cyclus is hun behoefte wezenlijk anders. Op gebied van nutritie, de combinatie van voerinhoud en voerhoeveelheid, laten we te veel liggen. Voerinhoudelijk kunnen wij sturen, maar met de juiste voertoepassingen op zeugenbedrijven is echt meer te bereiken. Zo biedt een tweefasen-lactatievoer veel mogelijkheden om nutritioneel uit te pakken, maar de voerschema’s rond werpen en tijdens de top van melkproductie zijn enorm bepalend voor het resultaat. Bovendien mogen kraamzeugen niet te veel gewicht verliezen omdat dat een negatief effect heeft op de volgende worp. Ook dient de zeug in de eerste 35 dagen van de dracht hersteld te zijn. Na een periode van zeven relatief rustige weken gaan de biggen zich gigantisch snel ontwikkelen. Daarom dienen vanaf dag 85 in de dracht voldoende energie en nutriënten, met name lysine, beschikbaar te zijn.’
Michiel van Schaijk
zeugenspecialist
Fransen Gerrits
‘Zeugen die fit zijn rond werpen en daarna vlot opstarten, zijn cruciaal voor een succesvolle kraamperiode.’
‘Zeugen die fit zijn komen vlot overeind in het kraamhok om hun porties voer op te nemen en voldoende fris water te drinken. Een belangrijke factor die invloed heeft op de fitheid, is de voerfrequentie. Tijdens de workshop heb ik benadrukt wat de verschillende voordelen zijn van drie keer per dag droogvoer verstrekken aan zeugen in de kraamstal. Onderzoek wijst onder meer uit dat de kans op het moeten verlenen van geboortehulp lager is als de tijdspanne tussen werpen en de laatste voeropname korter is dan 6 uur. Zeugenhouders die hun kraamzeugen twee keer daags voeren hoop ik te hebben getriggerd om een extra voerbeurt in te lassen. Dat het aantal doodliggers zou stijgen omdat je niet bij iedere voerbeurt erbij kunt zijn, is niet aan de orde. Ik heb nog twee tips: pluk het voordeel van transitievoer als dat praktisch mogelijk is en zorg dat biggen continu blijven drinken, ook na vaccinatie, zodat een zeug haar melk en energie kwijt kan.’
Sanne Hermans
biggenspecialist
Fransen Gerrits
‘Biggen bijvoeren, darmtraining en speengewicht verhogen vergroten kans op speensucces en een soepele opfok.’
‘Talloze factoren in de zoogperiode en rondom het speenmoment beïnvloeden het succes van het speenproces. Het is belangrijk om biggen voor spenen al zo goed mogelijk te trainen in het opnemen en verteren van voer door het vaak en vers te verstrekken. Een van mijn boodschappen tijdens de workshop was om altijd scherp te blijven en te werken aan verbeteringen. Zo dacht een vermeerderaar met een week lang twee keer daags pap – met water aangelengd speenvoer – bijvoeren in een ronde kom naast het voer in de droogvoerbak zijn pas gespeende biggen goed te verwennen. Uit metingen bleek echter dat de biggen stonden te wachten op de pap en na die papweek niet goed overschakelden naar het vreten uit de droogvoerbak. Door per dag een keer een beperkte hoeveelheid pap bij te geven en meermaals droogvoer in de kom te verstrekken, steeg de gemiddelde groei in de eerste twee weken na spenen met 50 gram per dag.’
Gijs Vinken
specialist vleesvarkenshouderij
Fransen Gerrits
‘Dynamisch inspelen op wisselende omstandigheden en tijdig koplopers laden stuwen het bedrijfsresultaat.’
‘Om het beste uit elk koppel te halen moet je zaken meten en blijven volgen. Zorg ervoor dat je tot zestig dagen na opleg een droogvoerbak niet onnodig leeg laat komen. In die periode moet je vleesvarkens zo hard mogelijk laten groeien waardoor ze het voer het meest efficiënt benutten. Door om de vier weken een paar hokken vleesvarkens te wegen, krijg je nuttige informatie. Minder dan de helft van de vleesvarkenshouders heeft de mogelijkheid om dieren te wegen. Daarom hebben wij verrijdbare weegplateaus die klanten een bepaalde tijd kunnen gebruiken. We doen het wegen voor en als varkenshouders een paar maanden ervaring hebben en merken wat het aan sturingsmogelijkheden oplevert, dan schaffen ze er zelf een aan. Het tijdig uitladen van de 20 procent koplopers per hok is ook een rendementsverhoger. Overblijvende varkens krijgen extra ruimte en meer tijd om hun voerportie op te nemen en compenseren dat met een efficiënte groeispurt.’